De Kingsley Plantage wordt beheerd door de National Park Service
en ligt op Fort George Island ten noorden van Jacksonville. Het
bestaat uit het huis van de plantageeigenaar, het keukengebouw
(beiden in verband met renovatie gesloten), een schuur en de
ruines van 25 slavenhutten. Meer dan 1000 jaar geleden woonden de
Timucuan indianen op het eiland.Een natuurgebied dat hun naam
draagt ligt naast de plantage.
De plantage is genoemd naar een van de eigenaren: Zephaniah
Kingsley, een Schot, die de plantage van 1813 tot 1839 bezat. Hij
was een aanhanger van een taken systeem, dat slaven de
mogelijkheid gaf na hun dagtaak ook andere bezigheden uit
tevoeren. De opbrengsten van deze handvaardigheid of van het in
eigen tijd bewerkte land kon dan verkocht worden. De opbrengst was
voor de betreffende slaaf.
Kingsley trouwde met een slavin, Anna Madgigine Jai, vermoedelijk
afkomstig uit het huidige Senegal. Zij werd in 1811 vrijgemaakt.
De kinderen uit dit huwelijk waren uiteraard ook vrij. Zij werd
actief in het bestuur van de plantage en kon - als vrije vrouw -
haar eigen bezittingen hebben.
Zij leefde echter in grote luxe en was niet noemenswaardig beter
voor de slaven dan de gemiddelde blanke eigenaar met een
taaksysteem. De Kingsley's volgden niet uit mededogen het
taaksysteem, maar uit overtuiging dat een - relatief - tevreden
slaaf een grotere productiecapaciteit had.
Toen Florida haar wetgeving ten nadele van vrije zwarten
veranderde, verkocht Kingsley de plantage en verhuisde naar Haiti,
waar nog steeds afstammelingen van Zephaniah en Anna leven.
|